Trendbureau Overijssel voert een verkenning uit naar de betekenis van kunst en cultuur in Overijssel. Daarbij wordt de blik onder meer gericht op de betekenis van Kunst in de Openbare Ruimte. Bij veel mensen is de eerste associatie dan beeldende kunst: sculpturen en monumenten die we op straat tegenkomen. Maar naast beeldende kunst is er natuurlijk ook muziek in onze Overijsselse openbare ruimte. En de oudste vorm daarvan is waarschijnlijk het klokkenspel. Trendbureau ging op pad voor een kleine verkenning om vast te stellen hoe het gesteld is met de bespeling van de beiaards in onze provincie.
Deze traditie blijkt nog springlevend. Van de dertien Overijsselse beiaards worden er twaalf nog regelmatig bespeeld. De eerste beiaards werden in de zeventiende eeuw geplaatst in de torens van de grote kerken in steden als Deventer, Zwolle en Kampen, maar recentere beiaards bevinden zich bijvoorbeeld bij de UT in Enschede en het stadhuis van Hengelo. De rol van stadsbeiaardier wordt in sommige Overijsselse Hanzesteden al sinds de zeventiende eeuw ingevuld. Een beroepsgroep dus die de nodige ervaring heeft opgedaan met het uitvoeren van kunst in de openbare ruimte. Daarom een interview met Bauke Reitsma, de stadsbeiaardier van Deventer, om te horen hoe hij en zijn collega’s hun eeuwenoude rol invullen binnen de setting van de moderne binnenstad.
Gevraagd naar de geschiedenis van zijn beroep: ‘Deventer heeft al sinds 1615 in onafgebroken lijn een stadsbeiaardier. Ik ben nummer negentien in die lijn. Hoewel mijn beroep fysiek verbonden is aan de kerk, is het al heel lang geen kerkelijke activiteit’. Al in de Napoleontische tijd is er op de meeste plaatsen in Nederland een scheiding aangebracht tussen het eigendom van de kerk door de geloofsgemeenschap en het beheer van het carillon in de toren door de gemeente. Stadsbeiaardier is dus eigenlijk altijd al een hele tijd een publieke functie. Overigens bespeel ik voor de gemeente Deventer, waar ik werkzaam ben bij de stichting dEVENTer, niet alleen de beiaard van de Lebuïnuskerk, maar ook die van de kerk in Bathmen. Veel beiaardiers werken voor verschillende gemeenten. Zelf ben ik bijvoorbeeld ook stadsbeiaardier van Almere, Baarn, Weesp en Dinxperlo.’
Bauke geeft aan dat van inhoudelijke sturing door gemeenten geen sprake is ‘De taakomschrijving is puur kwantitatief: twee uren per week het carillon bespelen. Direct publiek contact is beperkt omdat de beiaard bespeeld wordt vanuit een ruimte in de kerktoren. Ik zorg wel dat die ruimte altijd open is zodat tijdens de bezoekuren er gelegenheid is voor contact. Bovendien heb ik een facebook pagina waarop mensen reacties kunnen geven of verzoeknummers indienen. Ik voel ook wel de verantwoordelijkheid om publiek aan te spreken en het carillon zichtbaar onderdeel te maken van het leven in de stad. Naast de website en de toegankelijkheid tijdens het spelen, werk ik bijvoorbeeld in Bathmen samen met vrijwilligers van de stichting de Bathmense Beiaard om er voor te zorgen dat alle lokale schoolkinderen een keer een excursie naar de kerk en het carillon maken en werk ik mee aan lokale concerten waarbij de samenwerking wordt gezocht met lokale muziek- en dansverenigingen. Ik zie mijn taak breder dan twee keer per week op de fiets naar de toren om een uurtje te spelen.
Als hij door de gemeente wordt vrijgelaten in zijn repertoirekeuze, hoe vult Bauke die ruimte dan in ? ‘In de naoorlogse tijd was er onder beiaardiers nog wel discussie over genre. Van oudsher werd vooral gekozen voor klassieke muziek. Bijvoorbeeld Bach was altijd erg populair onder beiaardiers, maar sinds die tijd is het zeer gebruikelijk om naast dat klassieke repertoire ook bewerkingen van hedendaagse muziek te spelen. Eigenlijk is de traditie van beiaardiers dat ons repertoire de muziekcultuur van het moment weerspiegelt. Ik probeer ook zelf in mijn programmering altijd aan te sluiten bij de actualiteit. Zo speelde ik afgelopen jaar bij het overlijden van Tina Turner, Tony Bennett en Sinead O’Connor nummers van die artiesten. En bij de promotie van Go Ahead Eagles naar de eredivisie speelde ik bijvoorbeeld het clublied. Zulke activiteiten worden wel degelijk herkend, want via de website of Whats App krijg ik daar wel positieve reacties op’.
Voelt Bauke daarnaast ook ruimte om aan te sluiten bij de maatschappelijke of politieke ontwikkelingen ? ‘Ik ben me altijd zeer bewust dat ik speel voor ‘de hele stad’. Politiek geïnspireerde verzoeknummers honoreer ik in principe niet. De enige uitzondering die ik daarop ooit heb gemaakt is dat ik in Deventer op verzoek een keer de Internationale heb gespeeld op 1 mei. Maar dat was meer omdat het past bij de ‘rode’ geschiedenis van Deventer en omdat het lied eerder een historische dan een politieke lading heeft. Soms speel ik ook liederen die aansluiten bij de maatschappelijke actualiteit. Vorig jaar was ik bijvoorbeeld één van de beiaardiers die meedeed aan een landelijke actie om het volkslied van Oekraïne te spelen. Als het maatschappelijke doelen zijn die breed draagvlak hebben dan vind ik dat zoiets wel kan binnen de politieke neutraliteit die ik passend vind bij mijn taak. Een zeer recent voorbeeld daarvan is dat mij door een gemeente gevraagd om op de aanstaande nationale ‘Coming Out Day’ het lied Coming Out van Diana Ross te spelen.
Het lijkt er op dat de beroepsgroep van beiaardiers door zich constant mee te ontwikkelen met de muzikale cultuur van de tijd een vorm heeft gevonden die nog steeds goed aansluit bij wat in de publieke ruimte door toehoorders op prijs wordt gesteld. Heeft Bauke toch ook wel eens te maken met negatieve reacties? ‘In elke plaats woont wel een enkeling die het ervaart als geluidshinder. Maar ik probeer dan met die mensen in gesprek te komen en hen bijvoorbeeld uit te nodigen in de kerktoren. Ik maak wel mee dat die gesprekken via inzicht in de lange traditie van ons vak leiden tot meer begrip en waardering voor het beiaardspel.