Noor Spijkerman (Trendbureau Overijssel) schreef een blog over werk.
Op het moment dat ik het perron oploop hoor ik de omroeper: “Beste reizigers, door een tekort aan beschikbaar personeel rijden er geen treinen tussen Zwolle en Kampen”. Voor de zekerheid check ik de app ook nog even. Ja hoor tot zeker half 4 geen treinen naar Kampen. Mijn eerste reactie is: balen. Het plan was nog een paar uur thuis in alle rust te werken, en nu strand ik halverwege kantoor en werkkamer. Mijn tweede reactie is mijn collega’s appen: want een mooie illustratie voor de verkenning waar we momenteel mee bezig zijn. Een verkenning naar werk.
Mijn opties; ik ga met de bus naar huis (daar is blijkbaar wel personeel voor) of ik zoek een terrasje op en werk daar nog even verder. Het wordt het terras. In een mum van tijd heb ik een drankje voor me staan. Iets om toch ook even bij stil te staan. Want ook in de horeca is het personeelstekort nijpend.
Mijn zusje is eigenaresse van een restaurant in de randstad. Via de familie app worden we regelmatig op de hoogte gehouden van het magere personeelsbestand, creatieve wervingsacties, en ook de manier van communiceren en het werkethos van de jongere generatie (ze is zelf nog geeneens 30 maar goed). De reacties van alle familieleden zijn zo verschillend en zorgen voor verhitte discussies, via de app en aan de keukentafel als we weer eens bij elkaar komen. Ik vind het nogal wat om als 28-jarige wat te zeggen over het werkethos van ‘jongeren’. Waarom zou je je een slag in de rondte werken voor een slecht salaris, als je toch geen betaalbaar huis kunt vinden en het maar afwachten is of je tegen die tijd überhaupt pensioen zult ontvangen?
Ik snap heus dat werk niet alleen om het salaris gaat. Zelf vind ik persoonlijke ontwikkeling, zingeving en de maatschappelijke bijdrage belangrijke aspecten van werk. Tot grote hilariteit van mijn vriend die me dan voor een echte millenial uitmaakt. Dat begrijp ik. Tegelijkertijd denk ik ook dat juist in die hang naar maatschappelijke ‘impact’, zingeving en persoonlijke ontwikkeling een kern zit die ervoor zorgt dat we ‘werk’ anders gaan zien.
Naar mijn idee is er namelijk echt een verandering in het discours rondom werk nodig. Want de narratieven rondom werk gaan uit van marktdenken. Zie alleen al dat er eigenlijk altijd gesproken wordt over dé arbeidsmarkt en niet over werk. Want juist spreken over ‘werk’ laat meer ruimte voor de complexe werkelijkheid. Een werkelijkheid waarin werkenden mensen zijn en niet simpelweg economische actoren. Een werkelijkheid die situationeel, flexibel en sociaal is. Werk is inherent sociaal, situationeel en complex en het denken daarover volstaat niet met een economisch standaarddenkkader.
Taal heeft een belangrijke rol in die verandering omdat het bepaalt hoe we gebeurtenissen zien en interpreteren. Dit wordt vaak uitgelegd aan de hand van het zien van kleuren. Fysiek gezien kan een mens miljoenen kleuren waarnemen, maar niet iedereen herkent die kleuren op dezelfde manier. In bepaalde talen of culturele groepen is er geen eens een woord voor kleur maar wordt kleur omschreven door een rijk vocabulaire dat refereert aan textuur, fysieke sensatie en functionele bedoeling. We hebben geleerd om objecten, kleuren en emoties te categoriseren en uit te drukken door middel van taal. Hoe we communiceren over bepaalde onderwerpen betekent dus ook dat duidelijk wordt welke categorieën we daarvoor gebruiken.
Aan de keukentafel worden die categorieën voor werk ook zichtbaar. Als ondernemer interpreteert mijn zusje de gebeurtenissen van de afgelopen jaren toch echt anders dan ik als werknemer doe. En mijn vader, de dromer van de familie, lijkt soms ook een geheel eigen taal te spreken als het over werk, tijd, en geld gaat.
Waar het mij vooral om gaat is dat er actief gezocht en geëxperimenteerd wordt met alternatieve interpretaties van ‘werk’. Zo krijgen we een bredere opvatting hierover, kunnen we het vanuit verschillende invalshoeken bekijken en vergroten we vervolgens ook weer ons vocabulaire. Een rijker vocabulaire biedt een scala aan mogelijkheden voor andere denkbare en voelbare opties als het gaat over hoe we werk inrichten als samenleving. Van minipensioenen (elk jaar even 2 maanden er tussen uit bijvoorbeeld) tot timebanking (een uur van mijn tijd staat gelijk aan een uur van jouw tijd). De verhalen die we elkaar vertellen doen ertoe!
Ik klap mijn laptop dicht en loop naar het station. Als ik het perron weer op loop hoor ik:
“Beste reizigers, er heeft zich inmiddels een millenial gemeld die zich bewust is van de maatschappelijke impact van het personeelstekort en vandaag voor u als machinist aan het werk is gegaan. Met als enige voorwaarde dat u even stilstaat bij de complexiteit van de arbeidsmarkt en nog eens nadenkt over de vraag ‘wat is er eigenlijk aan de hand’?”.